Een
leerstijl verwijst naar de manier waarop iemand informatie het liefst
verwerkt, onthoudt en toepast. Hoewel er verschillende modellen bestaan,
wordt er in de praktijk vaak gewerkt met vier hoofdtypes: visueel,
auditief, lezend-schrijvend en kinesthetisch leren. Deze indeling werd
in de jaren negentig bekend door het VARK-model van Neil Fleming, dat
stelt dat mensen van nature één of meerdere voorkeurskanalen hebben om
nieuwe informatie te begrijpen.
Belangrijk om te benadrukken is dat een leerstijl niet vastligt.
Het is eerder een voorkeur, geen beperking. Afwisseling tussen
verschillende methodes kan het leren verrijken en kinderen helpen om
flexibeler met informatie om te gaan.
1. Visueel leren: beelden die spreken
Kinderen
die visueel leren, onthouden informatie het best door te zien.
Grafieken, foto's, diagrammen en kleuren helpen hen om verbanden te
leggen en details te onthouden. Volgens onderzoek van Mayer (2001) over
'multimedia learning' wordt abstracte informatie beter begrepen wanneer
tekst en beeld worden gecombineerd.
Kenmerken van visuele leerlingen:
- Hebben een goed geheugen voor gezichten en beelden.
- Begrijpen complexe concepten beter wanneer ze visueel worden uitgelegd.
- Werken graag met schema’s, tekeningen en kleurtjes.
2. Auditief leren: luisteren en vertellen
Auditief
ingestelde kinderen verwerken informatie vooral door te luisteren en te
praten. Uitleg van de leerkracht, gesprekken met anderen en het hardop
herhalen van leerstof helpen hen om details te onthouden. Psycholoog
Baddeley (1992) beschreef het belang van de fonologische lus in het
werkgeheugen, die ervoor zorgt dat auditieve informatie efficiënt wordt
opgeslagen.
Kenmerken van auditieve leerlingen:
- Onthouden details van verhalen en gesprekken.
- Leggen gemakkelijk verbanden wanneer ze de leerstof luidop herhalen.
- Vertellen graag over wat ze geleerd hebben.
3. Lezend-schrijvend leren: kracht van woorden
Deze
kinderen leren het best door te lezen en te schrijven. Ze maken graag
aantekeningen, schrijven samenvattingen en verwerken informatie door
tekst te structureren. Studies over 'self-explanation' tonen aan dat het
actief verwoorden en uitschrijven van kennis de begripsvorming
versterkt (Chi et al., 1994).
Kenmerken van lezend-schrijvende leerlingen:
- Maken spontaan lijstjes en samenvattingen.
- Hebben een voorkeur voor handleidingen en informatieve teksten.
- Onthouden informatie beter wanneer ze het meerdere keren nalezen.
4. Kinesthetisch leren: leren door te doen
Kinesthetische
leerlingen leren vooral door beweging en ervaring. Ze hebben nood aan
praktische toepassingen, experimenten en het letterlijk ‘aan den lijve
ondervinden’. Volgens onderzoek van Piaget (1952) speelt motorische
activiteit een cruciale rol in cognitieve ontwikkeling, vooral bij
jongere kinderen.
Kenmerken van kinesthetische leerlingen:
- Zijn vaak fysiek actief en vinden stilzitten moeilijk.
- Begrijpen concepten beter na praktische oefeningen.
- Genieten van activiteiten zoals experimenten, rollenspellen en constructies.
|
Reacties
Een reactie posten