|
Wat
blijkt uit recent onderzoek (Feldman, Porges, Perry): wanneer een
gevoelig brein overstuur is, zoekt het instinctief een regulerende
aanwezigheid. Niet om gered te worden, maar om het eigen systeem opnieuw
te kunnen vinden.
Wanneer
een volwassene nabij blijft — stil, zacht, maar stevig — gebeurt er
iets dat hoogbegaafde en hooggevoelige kinderen verbazend snel oppikken:
- Hun ademhaling begint zich onbewust te synchroniseren met die van jou.
- De hartslag volgt.
- De spieren verzachten.
- De ogen durven opnieuw contact zoeken.
- De cortex komt terug "online" en het kind krijgt opnieuw toegang tot taal, redenering en inzicht.
Dit is geen magie, geen truc en geen toegeving.
Dit is co-regulatie: de biologische basis waar later zelfregulatie op gebouwd wordt.
En bij intense kinderen werkt dit niet trager, maar juist vaak dieper.
Omdat hun emotionele radar fijner staat afgesteld, voelen ze jouw kalmte sneller.
Maar ze voelen evengoed jouw spanning, oordeel of afstand sneller.
Precies
daarom moet nabijheid echt nabijheid zijn — niet verkapte controle,
geen geduld dat op ontploffen staat, geen “ik blijf bij je tot je kalm
bent want ik wil dat je stopt”.
Een kind voelt dat allemaal. Onmiddellijk.
Wat
een kind keer op keer ervaart in zulke momenten, wordt later hun
interne dialoog. Dat is geen metafoor maar een neurologische realiteit.
De innerlijke stem ontstaat uit de externe stemmen die het zenuwstelsel
bij moeilijke momenten heeft opgeslagen.
Een kind dat herhaaldelijk voelt: “Iemand bleef bij mij toen het moeilijk was,” groeit uit tot een volwassene die in zichzelf hoort: “Ik kan dit dragen. Ik hoef niet weg te vluchten.”
En
voor onze doelgroep — jongeren die snel overprikkeld zijn, snel
overspoeld zijn, of die hun hele leven worden verteld dat ze “te intens”
zijn — is dat geen luxe. Dat is basale genezing.
Aanwezig blijven is geen zware opdract — het is begrenzing van de juiste soort
Soms vragen ouders: “Maar mag ik dan helemaal niets begrenzen tijdens zo’n uitbarsting?”
Toch wel.
Maar een grens is geen muur.
Een grens is een anker.
Voor gevoelige en hoogbegaafde kinderen werkt een grens die gebaseerd is op aanwezigheid, niet op afzondering.
Een grens die zegt:
- “Ik laat je niet verdrinken.”
- “Ik blijf bij je tot je boosheid weer kan zakken.”
- “We ademen hier samen doorheen.”
- “Jij hoeft dit niet alleen te ervaren, ik ben hier voor jou.”
Dat is stevig.
Dat is veiligheid.
En dat is exact wat nodig is om een intens brein opnieuw te laten landen in het lichaam.
Hier groeit emotionele veerkracht écht
Emotionele veerkracht ontstaat nooit in isolatie. Een brein leert reguleren doordat het gereguleerd wordt.
Daarom is nabijheid geen softe aanpak. Het is niet "toegeven", niet permissief, niet “alles mag”.
Het is exact het tegenovergestelde: Het is de meest stevige, meest neurologisch correcte en meest toekomstgerichte vorm van begrenzen die we kennen.
Want een kind dat in zijn storm niet alleen gelaten wordt, maar juist gedragen, gedragen, gedragen —
dat kind ontwikkelt een innerlijke basis die stevig geaard is ipv te wiebelen, zelfs in de meest turbulente situaties.
|
Reacties
Een reactie posten