'Ik haat het als mannen mij een sterke vrouw noemen'
Fleur van Groningen vindt het niet fijn, dat etiket. 'Alsof dat
betekent dat je altijd breed grijnzend je beresterke duim moet opsteken
en nooit meer een klein meisje mag zijn.'
Een paar jaar geleden kwam ik een ex tegen op café. We werden
dronken, hadden het over koetjes en kalfjes, kusten elkaar nostalgisch
op de mond. 'Verdomme Fleur', fluisterde hij opeens, terwijl hij zijn
pint hard
op tafel neerzette. 'Ik kon je niet aan. Ik kon je gewoon niet aan.' Ik
staarde naar hem. Al die tijd had ik de schuld bij mezelf gelegd. 'Snap
je wel hoe vernederend dat is? Een vrouw niet aankunnen?' Hij wierp me
een felle blik toe en liep weg. Plots was ik weer nuchter. Vlak voor de
breuk had hij me verweten dat ik te emotioneel was. Ik ben een
plantrekker, maar in die tijd kreeg ik een zware klap te verwerken en
had ik bij hem steun gezocht. Die kwam er niet. In plaats daarvan zei
hij geïrriteerd: 'Toen ik je ontmoette, leek je een sterke vrouw. Maar
nu blijkt dat je soms huilt.' Ik moest lachen, maar hij meende het.
Sinds dat moment haat ik het als mannen mij een sterke vrouw noemen.
Alsof dat betekent dat je altijd breed grijnzend je beresterke duim moet
opsteken en nooit meer een klein meisje mag zijn.Het was door die ene kerel dat ik mij zo diep ging schamen voor mijn zogenaamde zwakte -- mijn emoties -- dat ik mezelf verloor. Ik veranderde in mijn eigen grootste vijand. Al wat ik voelde, werd bekritiseerd en weggedrukt. Pas na die bewuste avond op café, besefte ik dat ik niet de zwakste van ons getweeën was. Een half jaar later kwam mijn eerste boek uit, een ironisch handboek over de grote emoties, waarin ik op ludieke wijze mijn recentste levensles vervatte: dat je op een constructieve manier met je emoties kunt omgaan, waardoor je jezelf beter leert kennen en gelukkiger wordt.
Rond die tijd ontmoette ik een vrouw die altijd het kleine meisje uithing. Zij schoof de verantwoordelijkheid voor zichzelf voortdurend door naar anderen en liet zich volledig door haar emoties leiden, zonder zichzelf te corrigeren of er iets uit te leren. Bovendien merkte ik dat wanneer zij haar gevoelens uitte, anderen daar ogenblikkelijk gedwee rekening mee hielden. Terwijl ik, die het gewend was om de dingen in stilte te verbijten, niet gespaard werd. Want ik was die zogenaamde sterke vrouw. Bij wijze van experiment besloot ik me eens een tijdlang zoals haar te gaan gedragen. Misschien was het leven zo wel een stuk gemakkelijker! Al gauw beheersten woede, verdriet en frustratie mijn gedachten en kwam ik in een uitputtende, emotionele achtbaan terecht die mij niet tot een beter mens kneedde, maar me ver weg van mijn kern voerde. Het was niks voor mij. Sindsdien werk ik terug aan een sterke geest. Niet om anderen te sparen maar voor mezelf.
Er bestaat een verhaal over een oude Cherokee die op een avond, bij een kampvuur, zijn levensinzichten aan zijn kleinzoon doorgeeft. Hij vertelt dat er diep in hem een gevecht woedt tussen twee wolven. De ene is de donkere wolf, die teert op woede, jaloezie, rancune, zelfmedelijden en hebzucht. De andere is de lichte wolf, die leeft van liefde, mildheid, waarheid en vertrouwen. In elk mens woedt deze strijd, legt opa Cherokee uit. Waarop zijn kleinzoon vraagt welke wolf er zal winnen. De oude indiaan staart even in het vuur en antwoordt dan: 'De wolf die je voedt.' Ook ik heb die minder gezellige gevoelens, maar ik wil niet dat ze mijn leven domineren. Ik onderzoek wat ze me te vertellen hebben en laat ze dan los. Misschien wordt er dan minder rekening met me gehouden, maar alleen zo kan ik trots op mezelf zijn. Terwijl ik af en toe even steun zoek bij iemand die dat aankan, natuurlijk.
Bron: http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=DMF20130301_105
Reacties
Een reactie posten